schrijft voor kinderen en volwassenen: proza, poëzie, liedjes, toneel. Daarnaast maakt ze interviews en vertaalt onder meer liedteksten, toneel en teksten voor films. Naast eigen publicaties werkt ze mee aan een groot aantal verzamelbundels en publiceert ze in het Grunneger Tiedschrift Krödde.
In 1990 krijgt ze een schrijfopdracht van de provincie Groningen (kindertoneel). Met Hépoepelepee reist de Theatergroep WAARK langs scholen, theaters en dorpshuizen. Het stuk verschijnt onder dezelfde titel als stripverhaal, i.s.m. Geert Schreuder. (1992)
Enkele jaren daarvoor schrijft ze voor WAARK de tragikomedie Ficus en Vitroazie (1988); met de Oostfriese versie (vert. in de 'plattdüütske Spraak' van Bernhard Adams: Gummiboom un Tüllgardien) wint Spöölerklottje Heimatverein Leer in maart 1995 de prestigieuze IG Metall Theaterpreis. Van beide versies wordt een videoband gemaakt. In januari 2002 brengt de Niederdeutsche Bühne Neuenburg het stuk over het voetlicht. De vertaling in het Norddeutsch is van Bernd Herrmann.
In 1988 maakt ze een bewerking van de middeleeuwse moraliteit Het esbattement van den appelboom, waaraan ze liedjes toevoegt. (De appelboom van Penske en Menske) Vervolgens vertaalt ze de De Vrek van Molière (De Kniezebieter), Happy Days (Gelokkege Doagen) van Samuel Beckett (beide worden op videoband gezet) en de eenakter Il Risveglio (Wakker Worden) van Dario Fo. Naast deze vertaalt ze in 1999 de eenakters Een Paradijs (n Parredies) van Peter van Straaten en Het schoonste van al (t Allermooiste) van de Vlaamse schrijver Guido van Meir. In hetzelfde jaar vindt de première plaats van De verjaardag (De Verjoardag) van Bouke Oldenhof . De vertaling van het toneelstuk van Gert Fokkens over de fabrikantenfamilie Scholten (Scholten Zienent) komt in 1996 klaar. WAARK neemt het in productie. De première is in november 1996. Ripperda, een tweede stuk van Gert Fokkens, brengt WAARK in 2002 op de planken, eveneens in een vertaling van Gré van der Veen. De première is in april 2002. In 2001 bewerkt ze een compilatie van twee anonieme middeleeuwse stukken Zand erover, een vertaling uit het middeleeuws door Femke Kramer & Jacques Tersteeg, tot Kop derveur, dat in het kader van de middeleeuwse week in de stad Groningen gespeeld wordt. Oud Speelgoed, z.j. (Ol Speulgoud) van Chiem van Houwelingen wordt door haar voor de toneelgroep Grönneger Sproak vertaald. In 2003 bewerkt ze de Pongo Plays van Henri Livings: Sam Pongel en zien kuren. (In opdracht van WAARK)
WAARK bewerkt in 1986 e.v. jaren een drietal verhalen uit haar sprookjesboek De Stoetkikker tot kleine theaterproducties.
Begin jaren '80 komen i.s.m. Henk Plenter Hou t komt dat Hekje Perfekje de koekoek nait meer heuren zel (hiervan wordt een videoband gemaakt) en door de toneelvereniging Het Schavot diverse keren gespeeld, de revue Kompelminten dust t veur sinten, eveneens i.s.m. Henk Plenter wordt door dorpelingen van Meeden een aantal keren in het dorpshuis opgevoerd.
Workshops (1988-1992) bij het Noordelijk Theater De Voorziening resulteren in eenakters als n Zegen van stilte, En loat we nou mor eten goan/En zullen we nu maar gaan eten en de monoloog De kramsvogel. De première van het laatste stuk is in februari 1994 (WAARK).
Ze werkt mee aan literaire maifestaties (oa.Zomerschrift, Herfstschrift en bijeenkomsten van de Eems-Dollard Regio, de Sont en Krödde) en is regelmatig te gast bij Radio Noord: In de jaren 1991 en 1992 leest ze wekelijks een verhaal, in 1995 voortgezet met een maandelijkse bijdrage in het programma Hallo Groningen, in 1996 en 1997 in Station Noord.
In opdracht van het Veenkoloniaal Museum te Veendam houdt ze vraaggesprekken met 'interessante veenkolonialen'. De afgelopen 17 jaar zijn deze geplaatst in de Veenkoloniale Volksalmanak, daarvoor in Omzien naar het museum.
In de jaren tachtig maakt ze deel uit van een redactie die zorgt voor het samenstellen van lesmateriaal voor scholen (1984 t/m 1988), een initiatief van de Stichting Grunneger Toal.
In 1990 doet ze mee aan het project Vroeger komt niet weer, waarin 18 kunstenaars het werk verbeelden van 18 dichters/schrijvers met als thema: herinneringen aan het verleden.
Voor de televisieserie Bruin Goud (Jonne Severijn en Rogier Proper) bewerkt ze bepaalde scènes in het Gronings. (1994)
Voor de videoproductie De Horizon (JBF av Kommunikaties, advies & productie) tbv de Reductieherdenking Groningen selecteert ze de poëtische tekstbijdrage en verzorgt ze de Nederlandstalige ondertiteling. (1994)
In opdracht van de Stichting Grunneger Toal stelt ze een veenkoloniale cursus Gronings samen voor Grunnegers en niet-Grunnegers (Heur es an, 15 lessen, 1992). In oktober 1993 gaan de eerste cursussen van start in Veendam en Stadskanaal. Inmiddels zijn een bewerking in het Hogelandsters (Fré Schreiber en Cees Reinders; 1999) en het Westerkwartiers (Tonko Ufkes; 2001) tot stand gekomen.
Ze stelt de literaire bundel Het land van de Horizon samen met teksten van dichters/schrijvers die een connectie hebben/hadden met de Rijksscholengemeenschap Winkler Prins. De bundel verscheen tgv het 125-jarig bestaan van de school (Veendam, 1991).
Ned.talige teksten in Leeswerk 5 en Leeswerk 6, (Malmberg, Den Bosch,z.j) voortgezet technisch lezen voor groep 4, 5 en 6 van de basisschool, een verhaal uit De Stoetkikker (Tuutje Nijneers) in Taaljournaal voor groep 7 (Malmberg, Den Bosch, 1995) en een bijdrage in Hé ouwe!, vier verhalen over jong en oud. (De Stiep Groningen/STAMM Drenthe, 1994).
In de meertalige poëziebundel Afscheid en Aankomst/Abschied und Ankunft (1994), vervaardigd i.o.v. het provinciaal bestuur van Drenthe, wordt naast haar gedicht (voor kinderen) Juvver Steekinmond, ook de Duitse versie Fräulain Fülldenschlund (vert. Ard Posthuma) opgenomen.
Op verzoek van het Psychiatrisch Ziekenuis Dennenoord te Zuidlaren schrijft ze tgv het 100-jarig bestaand het gedicht De treurboom, dat naast opname in de bundel Dicht! Bij de psychiatrie (1995) wordt tentoongesteld in een poëzieroute op het terrein.
Een opdracht van de EDON tot het schrijven van een eenakter met als onderwerp 'licht', resulteert in het stuk Zunder licht is t duuster. De eerste opvoering (WAARK) vindt plaats op 22 december 1995 bij de officiële opening van de tentoonstelling Licht in de Veenkoloniën door H.J.L Vonhoff, Commissaris der Koningin in de provincie Groningen.
In 2000 wordt haar toneelstuk Roos door VONDEL voor de eerste keer gespeeld. Er zullen meerdere keren volgen.
Najaar 1995 steunt de Stichting Zeehondencrèche Pieterburen haar initiatief een kinderboek schrijven tgv het 25 jarig bestaan van de crèche. In het voorjaar van 1996 wordt het boek tweetalig uitgegeven (Gron. en Ned.) en aangeboden aan prins Bernhard: Goatjes in joen tong en sporen in t zaand/Gaatjes in je tong en sporen in het zand. De illustraties zijn van Geert Schreuder. In het najaar van 1997 wordt van dit boek een poppenkastvoorstelling gerealiseerd.
In opdracht van het Veenkoloniaal Museum te Veendam schrijft ze het stripverhaal Hazewinkel zeilt de wereld rond (1997). De tekeningen zijn van Geert Schreuder.
In 1999 wordt een aantal verhalen, merendeels verschenen in Krödde, gebundeld: n Brobbelbad van de Gamma. (1999)
Vanaf januari 2000 tot april 2002 wordt in het dagblad Het Nieuwsblad van het Noorden wekelijks een Groningstalig verhaal geplaatst onder de kop Kuren, voortgezet in een maandelijkse bijdrage in Dagblad van het Noorden. Een selectie uit deze verhalen wordt gebundeld onder dezelfde titel (2000) en een volgende selectie in 2003 onder de titel Meer Kuren.
Ze wint een aantal schrijfwedstrijden, w.o. de proza- en poëziewedstrijd (De Bevrijding) uitgeschreven door het Provinciaal Anjerfonds. (1985)
Haar verhalen worden opgenomen in een drietal bundels, na een wedstrijd uitgeschreven door Schouwburg Veenlust. (1984, '85 en '86)
Begin 1993 wordt haar verhaal De vraauw geselecteerd uit inzendingen voor de bundel Van de A tot de AA, uitgegeven door de Stichting Nederlandse Dialecten (Waalre, 1993)
In 1997 bekroont het Anjerfonds Groningen haar boek: De dreum wordt wakker met de Tine Clevering-Meijer Prijs. Deze bundel wordt overhandigd op 14 maart 1997 door de voorzitter van de jury, de heer Roel Dijkhuis, aan de voorzitter van het Anjerfonds, de CdK Hans Alders. In 2000 komt de Nederlandstalige versie uit: De Droom wordt wakker.
In 1988 wordt haar de Literaire Pries van de Stichting 't Grunneger Bouk toegekend.
Op 24 juni 2004 wordt haar door Z.K.H. Prins Bernhard de Zilveren Anjer opgespeld.
Publicaties:
* voor kinderen
Toneel:
*voor kinderen
Alle stukken zijn gespeeld, behalve En loat we nou mor eten goan, En laten we nu maar gaan eten, Tjadeke is in voorbereiding.
De Theatergroep Waark heeft de meeste stukken over het voetlicht gebracht. Vondel speelde Roos, Grönneger Spoak Ol Speulgoud. Het Schavot speelde Hou ’t kont dat Hekje Perfekje de koekoek nait meer heuren zel op vele plaatsen in de provincie Groningen.
Hieronder vindt u alle items die zijn geschreven door Gré van der Veen.